De familie van Mitch Henriquez is teleurgesteld over de beslissing van de Kort Gedingrechter.
Deze besliste – kort gezegd – dat het een beslissing van de strafrechter is de namen al dan niet te verstrekken.
De strafrechter besliste eerder al dat niet te kunnen doen.
De advocaten bestuderen de beslissing van de Voorzieningenrechter en beraden zich op hun beroepsmogelijkheden.
Zij merken op dat door het Openbaar Ministerie geen onderzoek is gedaan naar de achtergrond van de betrokken agenten.
Op deze wijze kan de familie dat onderzoek ook niet zelf (laten) verrichten.
Dat is naar inzicht van de familie een ernstige tekortkoming in het onderzoek, zoals er naar hun inzicht nog meer tekortkomingen zijn. Waaronder:
* agenten zijn te laat als verdachten aangemerkt nu zij al binnen enkele uren na het incident aantoonbaar onjuist hadden verklaard en pas dagen later als verdachte werden aangemerkt
* agenten hebben de gelegenheid gehad hun verklaringen op elkaar af te stemmen
* het enkel hebben van die gelegenheid – ongeacht of er daadwerkelijk overleg is gevoerd – brengt volgens vaste rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens een ernstige onvolkomenheid in het onderzoek met zich
* de familie meent dat er geen wettelijke basis voor anonimisering van verdachten is
* het al eerder genoemde niet doen van onderzoek naar de achtergrond van de betrokken agenten
* het niet kunnen controleren of de desbetreffende agenten ook daadwerkelijk de agenten zijn die terecht staan
* het niet kunnen controleren of een eventueel op te leggen straf ook daadwerkelijk ten uitvoer wordt gebracht
De familie benadrukt dat zij niet heeft verzocht de namen publiekelijk bekend te maken doch slechts aan hen of hun raadslieden. Dit in verband met de gestelde bedreigingen waarvan de agenten had slachtoffer zouden zijn geworden.
Zij benadrukken dat zij het bedreigen van wie dan ook ten stelligste afkeuren.