Op grond van regelgeving mag een buitenlander in Nederland als au pair optreden gedurende de periode van een jaar. Daarna dient de au pair, indien zij langer wil blijven, op een andere wijze te voorzien in haar verblijfstitel.
Met regelmaat komt het voor dat gezinnen die een au pair hebben, willen dat de au pair langer blijft. Indien de au pair daadwerkelijk langer blijft, dient het gezin zich echter te realiseren dat zij vanaf dat moment een arbeidsovereenkomst aangaan met de au pair en derhalve de Nederlandse minimumeisen uit het arbeidsrecht van toepassing zijn op de overeenkomst met de au pair. Dit betekent onder meer dat het minimumloon verschuldigd zal zijn, evenals vakantiedagen en vakantiegeld.
Dit besliste de Kantonrechter Utrecht in Kort Geding. Onze cliënte, de au pair, spande een Kort Geding en een bodemprocedure aan tegen de familie waar zij ruim vier jaar verbleef. Gedurende al die jaren betaalde de familie haar ver onder het minimum. De Kantonrechter heeft geoordeeld dat er sprake is van een arbeidsovereenkomst en de werkgever verplicht tot doorbetaling van loon totdat de arbeidsovereenkomst is geëindigd. Over het achterstallige loon uit het verleden heeft de Kantonrechter gemeend dat zij die vordering grotendeels dient te verwijzen naar de bodemrechter. Dit hangt onder meer samen met het feit dat daar nog allerhande bewijs over en weer geleverd kan worden, bijvoorbeeld over de hoogte van aftrek voor kost en inwoning. De bodemprocedure in deze zaak is nog aanhangig.
Als u interesse heeft in de uitspraak dan kunt u die, om privacy redenen geanonimiseerd, lezen via onderstaande link. Deze zaak werd behandeld door mr. Richard Korver en mr. Mireille Lousberg.