Recht op appel onbetwist
Vandaag berichtten de advocaten van Roberts M. dat hij in hoger beroep is gegaan tegen de beslissing van de Rechtbank Amsterdam waarbij hij werd veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf en TBS.
De ouders die worden bijgestaan door mr. Richard Korver stellen voorop dat iedere verdachte het recht heeft in hoger beroep te gaan. Zij respecteren dat recht.
Motivering appel
Spijt niet oprecht
Echter, de argumentatie die daarvoor via de website[1] van zijn advocaten werd gegeven, wordt door de meeste cliënten[2] van mr. Korver ervaren als in flagrante tegenspraak met de beweerde spijt. Roberts M. heeft ter zitting verklaard dat hij begrijpt dat hij uiterst jonge en weerloze kinderen en hun ouders pijn heeft gedaan. Hij heeft ook verklaard dat dat hem spijt. Hij gooide zelfs water in het gezicht van de voorzitter van de Rechtbank toen die in de uitspraak liet weten dat dit zich niet verhield met zijn proceshouding voor het overige[3].
3e poging ouders monddood te maken
Toch wenst Roberts M., blijkens het persbericht van zijn advocaten, aan te voeren dat ouders het spreekrecht – dat zij van de Rechtbank kregen – in hoger beroep zou moeten worden ontzegd. Met andere woorden: de slachtoffers in deze zaak moeten kennelijk monddood worden gemaakt.
Verzoek vrijspraak verhoudt zich niet met bekentenis, beelden en spijtverklaring
Daarnaast bepleit verdachte met het hoger beroep dat vele zaken van het bewijs zouden moeten worden uitgesloten, hetgeen vrijspraken ten gevolge zou moeten hebben. Voorts meent hij dat, ook zonder bewijsuitsluiting, voor sommige zaken onvoldoende bewijs voor handen is en vraagt van die feiten in hoger beroep vrijspraak. Dat verhoudt zich niet met de eerder aangehaalde spijtverklaring en de bekentenissen die bovendien deels door aangetroffen materiaal zijn bevestigd.
Iemand die écht spijt heeft en zegt pijn van ouders (en hun kinderen) te begrijpen, zou – naar inzicht van de betrokken ouders[4] – toch ook de consequenties van zijn daden moeten aanvaarden en hun lijden niet nog moeten verlengen door de procedure nu weer in zijn geheel opnieuw te laten voeren.
De procedure in hoger beroep kan zonder meer een jaar duren. Ouders hoopten de kwestie Roberts M. deze zomer, of althans dit jaar, af te kunnen sluiten. Ter zitting hebben ouders aangegeven dat hun leven ernstig wordt beheerst, soms ook geobsedeerd, door de gevolgen van deze zaak, waarop nauwelijks vat is te krijgen[5]. Doordat in hoger beroep, gezien de argumentatie daarvoor van de verdediging, alles opnieuw behandeld dient te worden zullen ouders echter nog minstens een jaar indringend met deze zaak worden geconfronteerd. Dat is traumatiserend.
Straf verlagende omstandigheden
Roberts M. heeft een aantal zaken[6] aangevoerd die – naar zijn inzicht – zouden moeten leiden tot strafvermindering danwel matiging van de straf.
Al deze aspecten verbleken echter, als zij worden afgezet tegen de afschuw die verdachte alom heeft gewekt met zijn handelingen, zo oordeelde de Rechtbank. De Rechtbank heeft – in de visie van de cliënten van mr. Korver – de door Roberts M. aangevoerde omstandigheden dan ook terecht niet (zoveel) laten meewegen (zo)als Roberts M. had gewenst.
TBS in combinatie met lange gevangenisstraf
Ouders menen dat de Rechtbank deugdelijk heeft beargumenteerd waarom er gekozen is voor een combinatie van een uiterst lange gevangenisstraf en TBS. Roberts M. is immers uiterst berekenend en gecalculeerd[7] te werk gegaan. Dat mag wel blijken uit het feit dat tegen de tijd dat een bepaald kind begon te praten, Roberts M. zijn belangstelling verloor omdat het dan voor hem te riskant werd om met het misbruik door te gaan[8].
Hij heeft bij de politie verklaard dat hij tijdens zijn werk op de crèches bewust een vertrouwensband met een aantal ouders opbouwde, waarna hij door die ouders ook als oppas bij hen thuis werd gevraagd. Het door de ouders in hem gestelde vertrouwen werd vervolgens door hem op een zeer pijnlijke manier beschaamd[9].
De feiten, dat wil zeggen zowel het plegen daarvan, als de daaraan verbonden gevolgen, zijn zó ernstig dat – ook naar mening van de ouders – alleen een langdurige gevangenisstraf recht doet aan de behoefte aan genoegdoening die in de maatschappij en onder slachtoffers leeft. De straf dient volgens de Rechtbank verder ook als waarschuwing voor anderen, die mogelijk vergelijkbare seksuele wensen onder ogen zien[10].
Doel van TBS is niet enkel behandeling, doch ook de algemene veiligheid van de maatschappij te behoeden. Dat gebeurt in deze zaak in de visie van vrijwel alle ouders het beste door de combinatie van een langdurige gevangenisstraf en TBS.
De verdediging stelt dat indien een TBS-maatregel wordt opgelegd, het in het belang van een succesvolle behandeling is dat deze zo spoedig mogelijk aanvangt.
Ouders betwijfelen, gehoord de deskundigen daartoe, ten zeerste of een succesvolle behandeling überhaupt mogelijk is, doch menen dat het belang van beveiliging van de (kinderen van de) maatschappij een eerste reden is voor TBS in deze zaak.
Slot
De Rechtbank betitelde de spijtverklaring van Roberts M. als ‘resultante van een instrumentele afweging[11]’. De ouders zien het namens hem ingestelde hoger beroep ook zo.
Wat zullen ouders (laten) doen?
Ouders zullen het hoger beroep benutten om door hun raadsman te laten bepleiten dat ouders wel degelijk ook slachtoffer zijn en bepleiten dat er wel inhoudelijk naar de materiële schade wordt gekeken, zodat zaken als aan Roberts M. betaalde oppasgelden en de kosten van vervanging van bijvoorbeeld een bank waarop een kind werd misbruikt wel door Roberts M. dienen te worden vergoed.
[1] http://www.ankerenanker.nl/index/toonitem/6407/37910/pdf.html?print=true.
[2] Gezien de korte termijn waarop dit persbericht uitgaat zijn nog niet alle cliënten gesproken.
[3] Vergelijk: vonnis Rechtbank onder 8.1.3 sub 3C.
[4] Voor zover op dit moment al gesproken (!)
[5] Vergelijk vonnis Rechtbank onder 8.1.3 sub 1E.
[6] O.a. coöperatieve houding, spijt, detentieomstandigheden, publiciteit, rol van gezagsdragers.
[7] Zie vonnis Rechtbank onder 8.1.3 sub 1F.
[8] Zie vonnis Rechtbank r.o. 8.1.3 onder 1B.
[9] Zie vonnis Rechtbank onder 8.1.3 sub 1F.
[10] Zie vonnis Rechtbank onder 8.1.3 sub 4A.
[11] Zie vonnis Rechtbank onder 8.1.3 sub 3C.