Een familielid van Peter La S., kroongetuige in het passageproces, heeft een Kort Geding aangespannen tegen de staat. De NOS berichtte daar eerder vandaag over (http://nos.nl/artikel/349724-familie-kroongetuige-daagt-om.html). Die berichtgeving bevat een aantal storende fouten. Vandaar dat in dit persbericht kort wordt weergegeven wat er wel aan de hand is.
De inzet van het Kort Geding is de veiligheid van het familielid. Een eerder gevoerd kort geding leidde tot de niet ontvankelijkheid van het familielid. De rechter verwees het familielid naar een arbiter.
In de dagvaarding is uitgelegd dat dit ten onrechte zo is gebeurd en dat de rechter destijds op het verkeerde been is gezet. In de dagvaarding is omstandig uiteen gezet welke factoren ertoe zou moeten leiden dat dit eerdere oordeel wordt herzien.
Op verzoek van de Rechtbank Den Haag werden agenda’s overhoop gehaald om zo snel mogelijk zitting te doen plaats vinden. Dit zou gebeuren op 9 maart. Mr. Richard A. Korver, advocaat van de familie, verzocht om langere behandeltijd (2 uur in plaats van de gebruikelijk 45 minuten) in verband met de complexiteit van de zaak, hetwelk hem werd toegestaan. Daardoor is zonneklaar dat de zaak inhoudelijk zou worden behandeld.
De staat liet via de landsadvocaat de rechter op 5 maart weten dat er al eerder was geoordeeld en dat eiser toen niet ontvankelijk was verklaard. De staat verzocht de rechter op voorhand te bepalen dat op 9 maart enkel zou worden geoordeeld over de bevoegdheid. Het verzoek van de staat bevatte geen enkele informatie de rechter nog niet kende toen hij mr. Korver een langere behandelduur dan te doen gebruikelijk toe stond. De rechter honoreerde echter vervolgens het verzoek van de staat.
Daarbij verwees de rechter naar een goede proceseconomie en zijn eerdere vonnis van juli 2011. Door zo te handelen heeft de rechter naar inzicht van het familielid de schijn op zich geladen zich helemaal niet uit te willen laten over de inhoud van zijn eisen. Daardoor is de schijn van vooringenomenheid bewerkstelligd. De rechter is dan ook verzocht zich te verschonen en toen deze dat niet deed gewraakt.
De rechtbank Den Haag deelde vervolgens mede dat de wraking pas op 26 maart zal kunnen worden behandeld, terwijl zij weet dat mr. Korver alsdan voor de Amsterdamse zedenzaak bij de Rechtbank Amsterdam verwacht wordt. Verzoeken tot eerdere behandeling werden ondanks de veiligheidsproblematiek zonder deugdelijke motivering afgewezen.
De voormalig strafrechtadvocaat van de kroongetuige laat weten:
De kwestie van de veiligheid van zijn familie wordt door het OM gebruikt om de kroongetuige te beïnvloeden en dat mag niet.