GEPUBLILCEERD IN DE PERS 31 MAART 2011
De klinische observatie van de verdachten in de Amsterdamse zedenzaak in het Pieter Baan Centrum (PBC) is van groot belang voor de ouders van misbruikte kinderen. Dat zei advocaat Richard Korver donderdag na afloop van de beslissingen van de rechtbank in de zaken tegen hoofdverdachten Robert M. en Richard van O.
De rechtbank bepaalde dat Van O. naar het PBC moet. In het geval van M. worden donderdagmiddag achter gesloten deuren zijn bezwaren tegen opname in de kliniek besproken. De verwachting is dat zijn bezwaren worden verworpen.
,,Het PBC observeert niet alleen een verdachte, de deskundigen aldaar verrichten ook een zogeheten milieuonderzoek”, aldus Korver. ,,Dan wordt er gekeken waar iemand vandaan komt, er wordt met zijn familie en omgeving gesproken. Die gegevens worden in de rapportage opgenomen. Mijn cliënten kunnen bij lezing daarvan wellicht iets beter begrijpen hoe iemand tot zijn daden is gekomen.”
Dat zowel M. als Van O. heeft gezegd niet aan het PBC-onderzoek te zullen meewerken, ziet Korver niet direct als een probleem. ,,De vraag is hoelang ze dat gaan volhouden. In het politieonderzoek zijn ze ook gaan praten.” Het Openbaar Ministerie (OM), dat de PBC-opname voor beide verdachten heeft gevorderd, is vooral ook geïnteresseerd in de interactie tussen M. en Van O.
Evenzeer belangrijk voor de verwerkingsproces acht Korver toewijzing van zijn verzoek een aantal van zijn cliënten spreekrecht te geven in het misbruikproces. De rechtbank heeft een beslissing op dit verzoek voorlopig uitgesteld. Dat die beslissing er komt, vindt Korver ,,heel belangrijk, omdat de meningen verschillen.” De advocaten van Robert M. hebben twee weken geleden dat wettelijk gezien de betrokken ouders geen spreekrecht toekomt en dat zij dit dus ook niet moeten krijgen. Volgens Korver is daarover het laatste woord nog lang niet gezegd.