mr. Richard A. Korver staat een ondernemer bij die in grote financiele moeilijkheden verkeert. Hij deed een aanvraag voor een BBZ-krediet. De gemeente nam maar geen beslissing. Daartegen kun je bezwaar indienen en sinds kort kun je de overheid ook in gebreke stellen indien deze niet (tijdig) een beslissing neemt. De overheid kan dan sinds kort dwangsommen (een soort boete) verbeuren.
Dit laatste is door een recente wetswijziging mogelijk. Daar is nog niet veel over geprocedeerd.
De zaak waarin wij de ondernemer bij staan is van belang omdat de Rechtbank Rotterdam daarin vaststelt dat de tekst van artikel 4:17, derde lid, van de Awb ruimte laat voor discussie over de eerste dag waarover de dwangsom is verschuldigd. De rechtbank is op grond van een redelijke wetsuitleg van oordeel dat de dwangsom is verschuldigd vanaf de dag waarop twee weken zijn verstreken na de dag waarop de termijn voor het geven van de beschikking is verstreken en twee weken zijn verstreken na de dag waarop het bestuursorgaan van de aanvrager een schriftelijke ingebrekestelling heeft ontvangen. De rechtbank wijst daartoe op de functie van een ingebrekestelling en heeft tevens aansluiting gezocht bij de tekst van artikel 6:12, tweede lid, aanhef en onder b, van de Awb.
Voor de uitspraak van de Rechtbank, klik op de link hieronder.