In de zaak van mevrouw Emanuels is door haar advocaat aan het Openbaar Ministerie gevraagd om stukken met een beroep op de WOB. Het Openbaar Ministerie weigerde om die stukken te verstrekken, omdat zij van mening was dat het verzoek van mevrouw Emanuels niet moest worden aangemerkt als een WOB-verzoek.
Mevrouw Emanuels en haar raadsman hebben telkenmale gesteld dat zij zelf over de aard van hun verzoeken gaan. De Rechtbank heeft geoordeeld dat het verzoek wel degelijk had moeten worden opgevat als een WOB-verzoek en heeft de eerder genomen beslissingen door het Openbaar Ministerie vernietigd en het Openbaar Ministerie opgedragen om opnieuw op het verzoek te beslissen. Voor de gehele motivering van de uitspraak wordt verwezen naar onderstaande link.