Mr. Richard Korver werd door diverse personen benaderd die stelden benadeeld te zijn door Budget Advies Almere. Dit bedrijf stelde zelf dat zij alleen budgetbeheer, budgetadvies en budgetbegeleiding verzorgde, doch de cliënten van mr. Korver gaven aan dat het beloofde geenszins werd geleverd.
Omdat het hier om meerdere personen ging heeft mr. Korver ervoor gezorgd dat er aangiftes werden opgenomen. Dit werd in eerste instantie namelijk door de politie geweigerd met het argument dat er sprake zou zijn van een civiele kwestie. De Officier van Justitie heeft in eerste aanleg geweigerd te vervolgen en heeft vervolgens besloten te vervolgens voor de overtreding van de Wet op het consumentenkrediet. De verdachte heeft aangevoerd dat er geen sprake zou zijn geweest van een handelen op de Wet op het consumentenkrediet. De Officier van Justitie heeft aangevoerd dat de cliënten van mr. Korver geen slachtoffer zouden zijn in de zin van de Wet op het consumentenkrediet omdat dit ordeningswetgeving zou zijn. De verdachte heeft aangevoerd dat haar werkzaamheden niet vallen onder de Wet op het consumentenkrediet.
De Rechtbank overweegt in r.o. 4.4.3. dat er wel degelijk sprake is van schending van de Wet op het consumentenkrediet, zelfs als de verdachte enkel budgetbeheer, budgetadvies en budgetbegeleiding zou geven. Ten aanzien van de vorderingen benadeelde partij (vorderingen tot schadevergoeding) heeft het Openbaar Ministerie betoogd dat de cliënten van mr. Korver niet ontvankelijk zouden zijn in hun vordering.
Onder rechtsoverweging 9.3.1. overweegt de Rechtbank dat er wel degelijk sprake is van ontvankelijkheid van de benadeelde partij, met andere woorden dat zij als slachtoffer van overtreding van de Wet op het consumentenkrediet kunnen worden gekwalificeerd.
Indien u geïnteresseerd bent in de uitspraak kunt u deze hieronder lezen.