In de zaak die een Bulgaarse au pair aanspande tegen het gezin waar zij verbleef heeft de Kantonrechter inmiddels een belangrijke tussenbeslissing afgegeven.
In die tussenbeslissing bepaalt de Kantonrechter dat er naar zijn inzicht wel degelijk sprake is geweest van een arbeidsovereenkomst. Ook bepaalt de Kantonrechter dat hij de door de au pair bijgehouden overzichten van uren waaraan zij gewerkt heeft aannemelijk acht. Voorts bepaalt de Kantonrechter dat onze cliënte recht had op minstens het minimumloon en het minimum aantal vakantiedagen zoals dat in de Nederlandse wetgeving geldt.
Het gezin had gesteld dat na de au pair periode van een jaar onze cliënte onderdeel zou zijn gaan uitmaken van het gezin. Cliënte heeft onder meer haar rijbewijs gehaald op verzoek van het gezin. De kosten daarvoor werden ingehouden op haar “zakgeld”. Gezien de geringe hoogte van het zakgeld acht de Kantonrechter dat in strijd met goed werkgeverschap en oordeelt dat dit bedrag dient te worden terugbetaald aan de au pair. Zoals in onderstaande beslissing is te lezen, dienen er nog wat handelingen te worden verricht alvorens een eindvonnis zal worden gewezen.
Voor het nalezen van de hele beslissing klik hier